De laatste strohalm voor de Gemeente 's-Hertogenbosch
Bijzondere bijstand voor kosten van bewindvoering
Inleiding
Het is inmiddels enige tijd geleden dat wij een blog schreven over bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering in de Gemeente ’s-Hertogenbosch. De laatste stand van zaken op dat moment, was de uitspraak van de meervoudige kamer van de Rechtbank Oost-Brabant. In de tussentijd is er van alles gebeurd.
Oordeel meervoudige kamer
In de bovengenoemde uitspraak heeft de meervoudige kamer bepaald dat de Gemeente met het afwijzen van bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering, in strijd heeft gehandeld met het (ongeschreven) evenredigheidsbeginsel. Dit omdat de nadelige gevolgen van de onderbewindgestelde bij de afwijzing bijzondere bijstand onevenredig zijn in verhouding tot de doelen die de Gemeente met het afwijzingsbesluit wil dienen.
Meerderde uitspraken
Naast de kwestie die aan de bovengenoemde uitspraak van de meervoudige kamer ten grondslag ligt, heeft ons kantoor in drie andere soortgelijke zaken beroep ingesteld bij de rechtbank. Inmiddels zijn ook in die dossiers uitspraken (Uitspraak d.d. 04-07-2023, Uitspraak d.d. 14-07-2023 (1) en Uitspraak d.d. 14-07-2023 (2)) gedaan door de enkelvoudige kamer van de Rechtbank Oost-Brabant, waarbij alle beroepen gegrond zijn verklaard.
De Rechtbank Oost-Brabant heeft ook in die drie uitspraken bepaald dat de Gemeente alsnog bijzondere bijstand moet verstrekken voor de aanvangswerkzaamheden en/of de maandelijkse kosten van bewindvoering.
Hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep
Hoewel de Gemeente haar beleid met betrekking tot bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering inmiddels heeft gewijzigd naar een iets ruimhartiger beleid, blijft zij in de voornoemde dossiers wel vasthouden aan het oude beleid. De Gemeente is dus nog steeds van oordeel dat de bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering niet met terugwerkende kracht behoeft te worden toegekend.
De Gemeente is daarom bij de Centrale Raad van Beroep in hoger beroep gegaan tegen de uitspraken van de enkelvoudige kamer van de Rechtbank Oost-Brabant. Saillant detail; de Gemeente is dus niet in beroep gegaan tegen de uitspraak van de meervoudige kamer(!).
Wij zien de hoger beroepen met vertrouwen tegemoet. Uiteraard houden wij jullie via de blogs op onze website op de hoogte.