Eindelijk duidelijkheid over bijzondere bijstand voor kosten bewind in de Gemeente ’s-Hertogenbosch

Meervoudige kamer rechtbank: termijn voor het aanvragen van bijzondere bijstand voor kosten bewind in de Gemeente ’s-Hertogenbosch is in strijd met het evenredigheidsbeginsel

Inleiding

Inmiddels heb ik meerdere blogs geschreven over de zeer korte termijn die de Gemeente ’s-Hertogenbosch hanteert voor het aanvragen van bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering. Zelfs toen de commissie van advies voor bezwaarschriften het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente ‘s-Hertogenbosch adviseerde om een door ons kantoor ingesteld bezwaar gegrond te verklaren, bleef de gemeente overtuigd van de rechtmatigheid van zijn beleid.

Uiteindelijk is de Gemeente ’s-Hertogenbosch, wellicht onder druk van de vele (aangekondigde) gerechtelijke procedures, overstag gegaan en is de termijn voor het aanvragen van bijzondere bijstand verlengd. Deze nieuwe termijn geldt echter niet met terugwerkende kracht, zodat wij in meerdere dossiers beroep hebben ingesteld bij de Rechtbank Oost-Brabant.

Oordeel meervoudige kamer Rechtbank Oost-Brabant

In één van die zaken, waarin wij namens Petra Faessen beroep hebben ingesteld, heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Oost-Brabant op 30 mei 2023 uitspraak gedaan. De meervoudige kamer volgt de door ons kantoor aangevoerde gronden van beroep en oordeelt dat het standpunt van de Gemeente ‘s-Hertogenbosch dat bijzondere bijstand voor kosten van bewindvoering niet met terugwerkende kracht kan worden toegekend, in strijd is met het (ongeschreven) evenredigheidsbeginsel. De overweging van de rechtbank in dit verband luidt:

2.8. De rechtbank is van oordeel dat er voor eiseres nadelige gevolgen zijn van de toepassing van artikel 44, eerste lid, van de Pw die niet stroken met wat de wetgever kan hebben bedoeld of voorzien. Daarvoor is allereerst van belang dat de wetgever zich, zoals uit de vorige overweging volgt, geen rekenschap heeft gegeven van nadelige gevolgen van een strikte toepassing van artikel 44, eerste lid, van de Pw, waarbij in gevallen zoals dat van eiseres geen bijstand met terugwerkende kracht wordt verleend voor bewindvoerderskosten. (…). Dat eiseres niet alle bewindvoerderskosten vergoed krijgt, omdat zij niet tijdig een aanvraag kon indienen, is naar het oordeel van de rechtbank een omstandigheid die niet strookt met wat de wetgever kan hebben bedoeld.

2.9 Vervolgens moet de rechtbank beoordelen of de toepassing van artikel 44, eerste lid, van de Pw in verband met de hiervoor vermelde niet verdisconteerde omstandigheid in de situatie van eiseres in strijd komt met het (ongeschreven) evenredigheidsbeginsel. Naar het oordeel van de rechtbank is dat het geval. Daarvoor is allereerst van belang dat de  aanspraak op bijzondere bijstand voor de bewindvoerderskosten, óók met terugwerkende  kracht, eenvoudig zijn vast te stellen omdat ze bij beschikking van de kantonrechter zijn vastgesteld. Ook het college heeft ter zitting verklaard dat alleen het tijdstip van de aanvraag in de weg staat aan bijstandsverlening voor alle bewindvoerderskosten. Daartegenover staat het belang van eiseres. De goederen van eiseres zijn onder bewind gesteld als gevolg van problematische schulden, terwijl als gevolg van het besluit van het college ook nog eens groot deel van de bewindvoerderskosten voor haar rekening komt. Dat betekent dat de schulden van eiseres alleen maar toenemen. Gelet hierop, zijn de nadelige gevolgen van het besluit voor eiseres naar het oordeel van de rechtbank onevenredig in verhouding tot de met het besluit van het college te dienen doelen. Het college heeft artikel 44, eerste lid, van de  Pw in de situatie van eiseres ten onrechte toegepast en daarmee in strijd gehandeld met het (ongeschreven) evenredigheidsbeginsel.

Conclusie

De Gemeente ’s-Hertogenbosch heeft in de vele bezwaarprocedures vanuit ons kantoor vastgehouden aan het strenge beleid en de zeer korte termijn voor het aanvragen van bijzondere bijstand. Wij zijn verheugd dat de Rechtbank Oost-Brabant in ieder geval in één zaak ons standpunt volledig volgt en het beleid van de Gemeente ‘s-Hertogenbosch terzijde schuift. Nog meer dan ooit tevoren, zien wij de uitspraken van de rechtbank in de diverse andere beroepsprocedures met vertrouwen tegemoet.

Mocht u als bewindvoerder tegen problemen aanlopen met betrekking tot algemene- of bijzondere bijstand, dan kunt u altijd vrijblijvend contact opnemen met ons kantoor.

De uitspraak van de rechtbank is gepubliceerd op rechtspraak.nl en hier te lezen.

Geschreven door:

mr. M.N.G. Brok

Advocaat